Complementaire kleuren staan tegenover elkaar in de kleurencirkel. Ongemengd versterken ze elkaar. Onderstaande afbeelding illustreert dat met een citroengele cirkel. Links staat die cirkel op de complementaire kleur; een blauwe tint. Dezelfde gele tint lijkt minder intens op groen en oranje.
Mengen met complementaire kleuren
Bij menging zwakken complementaire kleuren elkaar maximaal af. In theorie kan je met complementaire kleuren neutraal grijs of zwart mengen. In de praktijk zijn je bronkleuren echter nooit 100% complementair waardoor je neutraal grijs of zwart hooguit kan benaderen. Met complementaire kleuren kan je ook bruine tinten mengen.
De mengkleur verhoudt zich tot de mate waarin de bronkleuren complementair zijn, de grijswaarde van de bronkleuren en de verhoudingen van de bronkleuren in het mengsel. Hierboven zie je een complementaire menging met oranje en kobaltblauw. Met deze bronkleuren kan je zowel een donkerblauwe kleur mengen als bruinige tinten.
Voordelen van mengen met complementaire kleuren
Je kan kleuren een stuk donkerder en minder intens maken met zwart, grijs of de complementaire kleuren. Mengingen met complementaire kleuren zijn ideaal voor levendige en relatief kleurrijke schaduwen en donkere objecten. Met kennis over complementaire kleuren kan je bovendien voorkomen dat je een schraal palet krijgt doordat je onbedoeld te veel kleuren afzwakt!
Wanneer je doelbewust met complementaire kleuren de intensiviteit van tinten af kan zwakken beheerst je het mengen van kleuren goed. Daardoor kan je meer aandacht besteden aan andere zaken zoals beeldende aspecten en technische vaardigheden. Als je echter aan het schilderen bent en nauwelijks kleuren kan mengen neemt het mengen je behoorlijk in beslag.
Niet alle kleurencirkels handhaven dezelfde tinten als complementaire kleuren
Hieronder staan twee kleurencirkels. De linker kleurencirkel is ontwikkeld door Itten. De tinten verhouden zich tot kleuren waarmee veel geschilderd wordt. De tegenover elkaar gelegen kleuren zijn bijna, maar niet volledig complementair. De rechterkleurencirkel verhoudt zich tot de natuurkunde en duidt exact de complementaire kleuren aan. De kleuren lijken echter niet op de kleuren waarmee je tekent of schildert.
Door gebruik te maken van twee kleurencirkels kan je beter inschatten waar je de complementaire kleur voor een specifieke tint moet zoeken. Als je beide kleurencirkels vergelijk kom je tot de conclusie dat de complementaire kleur van koud geel zowel een paarse tint als een blauwtint kan zijn die neigt naar ultramarijn. De complementaire kleur van een rode tint kan zowel een groene kleur zijn die naar blauw neigt als een blauw dat neigt naar cyaan. Vervolgens probeer je in de praktijk uit welke tint het beste werkt.
Door 2 kleurencirkels te gebruiken creƫer je meer opties. Als je bijvoorbeeld rood afzwakt met een donkere blauwgroene tint kan dat een hele donkere mengkleur opleveren (zie bovenstaande afbeelding). Als je rood echter wilt laten overgaan in licht grijs is een blauw dat neigt naar cyaan, zoals bijvoorbeeld ceruleum blauw, veel geschikter als complementaire kleur (onderstaande afbeelding).
Soms is een donkere kleur nog veel donkerder te maken door menging met een lichte kleur
De effecten die de complementaire kleuren in een menging op elkaar hebben kunnen beginnende schilders en tekenaars verbazen. Dat geldt met name voor het feit dat je met lichte kleuren donkere kleuren nog donkerder kan maken. Zo kan je een donkerblauwe kleur die naar violet neigt donkerder maken door er een beetje geel door te mengen.
Een complementair mengsel maximaal afzwakken
Als het niet goed lukt om met (bijna) complementaire kleuren een donkere tint te mengen kan je kijken welke kleur overheerst in je mengkleur en de complementaire kleur daarvan toe voegen. Stel dat je bijvoorbeeld met warm geel en ultramarijn blauw een donkergroene tint hebt gemengd dan kan je met een beetje rood of magenta het donkergroen bijna zwart maken.